Mijn vorige post over de falende bestuurlijke elite wees op het verlies aan integriteit, waarmee deze elite een belangrijke rol speelde in het ontstaan van de huidige crisis. Het verlies aan vertrouwen in de maatschappij in die bestuurlijke elite is een gevolg van dat verlies aan integriteit. Integriteitsverlies kan grote economische consequenties hebben. Want, zoals Anna Bernasek stelt in haar in januari van dit jaar verschenen boek The economics of Integrity, integriteit is van zeer grote economische waarde.
Als we, zo zegt ze, ‘ignore the important ways that people cooperate to create wealth, we miss the most valuable source of wealth creation imaginable. Recognizing the true value of relationships, we can build stronger relationships and create and share greater wealth. It’s a powerful way to reinvigorate the economy’ (blz. 2). Haar boek is ‘a tool kit for creating integrity anywhere in the economy. When policy makers are thinking about changing health care, reforming the tax system, or improving the financial system, they can use these tools to systematically build value. I encourage readers to see that integrity unlocks enormous opportunities for wealth creation that we may not yet imagine’ (blz. 3). Om die stelling te onderschrijven is het wel nodig om de persoonlijke, morele benadering van integriteit achter ons te laten, of beter: op te doen gaan in een meer collectieve vorm van integriteit, een, wat ze noemt, ‘strategic view of integrity’ (blz. 12). Juist deze collectieve integriteit is ‘good economics’.
Die collectieve integriteit kent twee componenten, door Bernasek aangeduid als ’trustworthiness’ en ’trust’. Het eerste wijst er op dat ‘someone is following the rules, telling the truth, and being careful on the job’. Het tweede: ‘believing the seller’s trustworthiness’ (blz. 35). En dan volgt een wat problematische zin, namelijk: ‘When you have both trustworthiness and trust, you have a relationship of trust and integrity. That relationship – that integrity – is an asset that produces economic value’ (blz. 35-36). Begrippen met verschillende betekenisinhoud worden hier – zonder uitleg – op een hoop gegooid. ‘Integrity’ wordt eerst in persoonlijke, en vervolgens in collectieve zin gebruikt. Het maakt de uitspraak niet minder valide, maar ik mis een uitleg over het verschil tussen ‘vertrouwen’ en ‘integriteit’. En dat is jammer, want de afgelopen jaren is er veel gepubliceerd over de effecten van ’trust’ en ’trusted computing’. Wat wel nieuw is in dit boek van Bernasek, is de extreme koppeling van ’trust’ en ‘integrity’ aan de creatie van economische waarde.
Het is wellicht typisch Amerikaans om deze provocerende (maar, denk ik, in de aard juiste) stelling in een populair en op managers gericht boek weer te geven. De gebruikte bronnen (blz. 189-193) passen bij dat populaire karakter: krantenartikelen, onderzoeksrapporten van marketingbedrijven, managementboeken, artikelen in populaire tijdschriften, e.d. Geen wetenschappelijke onderbouwing derhalve, maar de doelgroep van het boek zit daar ook niet echt op te wachten.
Afgezien van de hoofdstukken 1, 9 en 10 besteed Bernasek 7 hoofdstukken aan voorbeelden: van de zuivelketen tot de verwerking van PIN-transacties, van het beheren van de goudvoorraden van nationale staten tot vertrouwde merken, van het vertrouwen van klanten tot de op mondelinge afspraken gebaseerde beurshandel. Elk voorbeeld leidt tot een les die het belang van integriteit benadrukt: ‘Why your integrity counts’ (blz. 35-37), ‘A strong bond’ (blz. 55-56), ‘Building a brand, investing in integrity, and reaping the rewards’ (blz. 92-94), ‘What’s left after integrity is abused ?’ (blz. 125-126) en ‘The characteristic of integrity systems’ (blz. 142-145).
Hoofdstuk 1 presenteert de stelling en geeft inzicht in de waarde die het genereert. Hoofdstuk 9 beschrijft de ‘DNA of Integrity’, waarin de genetische code voor een ‘system of trust’ wordt beschreven: ‘disclosure’, ‘norms’ en ‘accountability’ en wat er gebeurt als dit DNA ontbreekt. Het ‘system of trust’ impliceert transparantie, open communicatiesystemen, attractieve beloningen en uitdagingen, heldere regels en zelfregulering om fraude te voorkomen. Wat mij betreft een wat magere en al te routineuze opsomming van een aantal maatregelen, waarvan sommige hun kracht en hun werking al hebben verloren (denk aan de zelfregulering).
Datzelfde geldt eigenlijk voor het slothoofdstuk 10, waarin Bernasek de toekomst en de maatregelen beschrijft, die moeten worden genomen om integriteit in, met name, de financiële sector te verhogen. De stappen die genomen moeten worden om in de integriteit van de financiële sector te investeren (blz. 186) zijn aan de magere kant, afgezet tegen het gloedvolle verhaal dat in de 185 pagina’s daarvoor is opgehangen. Al met al is het niet onjuist, maar ‘Publish details of assets, borrowing, and investment contracts for all major market participants’, ‘Establish standards for risk and leverage’ en ‘Require managers to put their own wealth at risk. Tie compensation to multiyear performance’ zijn niet nieuw en al vele malen eerder beschreven. Deze afsluiting is, na het interessante en naar een voortdurende climax opbouwende verhaal, eigenlijk een jammerlijke anti-climax.
Want Bernasek had voldoende materiaal om een wat krachtiger en formidabeler einde te produceren:
-
Een PIN transactie vereist een gehele dag om te verwerken, vereist dat tien verschillende organisaties met elkaar samenwerken en is gebaseerd op het onderlinge vertrouwen dat de verschillende ketenpartners hun afspraken en verplichtingen nakomen;
-
Transparantie van alle handelingen, online klantenreviews en vertrouwen in die klant liggen aan de basis van de miljarden aan marktwaarde die Amazon heeft gerealiseerd;
-
De veiligheid en de kwaliteit van de melk die we drinken en die we op basis van volledig vertrouwen kopen in de supermarkt is afhankelijk van de integriteit en het onderling vertrouwen van minimaal 15 mensen en organisaties;
-
De financiële markten verwerken voor vijftig miljoen dollar aan transacties per seconde, volledig op basis van mondelinge overeenkomsten;
-
Toyota werd de grootste automobielfabrikant ter wereld door de integriteit van het eigen productieproces voorop te plaatsen, daarnaar te handelen en voortdurend bij haar klanten te benadrukken.
De les die Bernasek wil overdragen is echter overduidelijk: de potentiële Return on Investment van integriteit is enorm. Er bestaat een duidelijk link met mijn eigen onderzoek naar verantwoordingssystemen en de effecten daarvan op de performance van organisaties. Om Bernasek’s studie in een breder kader te plaatsen zijn ook interessant William George, Authentic leadership. Rediscovering the secrets to creating lasting value (San Francisco 2003), en Alan Deutschman, Walk the Walk. The #1 rule for real leaders (New York 2009). Dat de werking van integriteit in de voorbeelden van Bernasek niet of nauwelijks is beïnvloed door de kredietcrisis is een opluchting. Als integriteitssystemen de ‘falende bestuurlijke elite’ in normale banen kunnen leiden en tegelijkertijd economische waarde genereren, dan is er niets op tegen om ze met onmiddellijke ingang te gaan invoeren.