In maart 2011 alweer verscheen James Gleick’s boek ‘The information. A history, a theory, a flood‘, uitgegeven bij Pantheon Books in New York. Nog datzelfde jaar verscheen er een Nederlandse vertaling van Ronald Jonkers bij De Bezige Bij in Amsterdam. Voor mijn verhaal baseer ik mij op de oorspronkelijke uitgave, omdat ik van mening ben dat geen enkele vertaling de oorspronkelijke zeggingskracht en sfeer kan weergeven.
Ik heb zelden een boek in handen gehad dat mij tegelijkertijd zoveel gevoel van bewondering als van irritatie heeft gegeven als dit boek. Dat is ook de reden dat ik er nu pas iets over zeg. Ik heb het boek verschillende keren aan de kant gegooid, maar ik kon het toch niet laten er later weer naar te grijpen. Het boek grijpt je, en dat is een groot compliment voor de schrijver. Gleick’s boek gaat over (bijna) alles: over woorden, sprekende ‘drums’, het schrift, lexicografie en vroege pogingen voor een analytische machine, over telegraaf, telefoon, ENIAC en de computers die daarop volgden, over theorieën van Babbage, Shannon, Wiener, Turing, Gödel en anderen, die zich concentreerden op het coderen, decoderen en recoderen van de boodschappen die via de media in hun tijd werden verspreid, over de genetica als een biologisch mechanisme voor informatieuitwisseling en zelf-replicerende ideeën als zichzelf ontwikkelende levensvormen van ‘The Information’, over muziek en quantummechanica, over de betekenis van ‘interesting numbers’ en waarom ‘the bit the ultimate unsplittable particle’ is. Het gaat over veel te veel en als gevolg daarvan verliest het boek, dat (maar dat is Gleick wel toevertrouwd) meesterlijk geschreven is, veel van zijn overtuigingskracht. Het is, in mijn optiek, ‘overdone’ en zelfs de eruditie die er uit spreekt wekt halverwege het boek al irritatie op. Het lijkt een ‘omgevallen boekenkast’, die de ‘rode draad’ van het boek (die er wel degelijk is) grotendeels teniet doet. De grote hoeveelheid lovende recensies van het boek ten spijt (ik vraag me in alle gemoede af of het boek door die recensenten wel serieus gelezen is !): als een student een scriptie met zo weinig focus en zoveel niet ter zake doende uitwijdingen had ingeleverd, was deze gegarandeerd retour gegaan.
Lees verder “Gleick’s ongelijk”