Blockchain Mania

Eind 2016 publiceerde Victoria Lemieux, associate professor aan de University of British Columbia in Vancou­ver, in het Records Management Journal een artikel over ‘trusted records’ en de rol van blockchain technolo­gie. Dat artikel kwam op een moment dat de blockchain ‘hype’ werd.

Een blockchain is een database (een register, ‘ledger’) waarin meerdere, wereldwijd ver­spreide computers sa­menwerken om versleutelde blokken informatie (‘blocks’) op te slaan. Elk nieuw blok bevat via versleutelde co­deringen (‘hashes’) ook de codering van het blok ervoor. Zo ontstaat een keten (’chain’) met volledige en on­muteerbare informatie. Bij de Bitcoin-toepassing (waarin de technologie voor het eerst gebruikt werd) is deze database publiek toegankelijk. De essentie van de technologie is dat informatie decentraal wordt bewaard, authentiek en inte­ger is en niet kan worden gemu­teerd. Ideaal voor bewijs en archivering, want de authenti­citeit, integriteit en be­reikbaarheid van de in­formatie worden gewaarborgd.
Lees verder “Blockchain Mania”

Toegankelijk

Volgens McKinsey besteedde iedere werknemer in 2013 gemiddeld 9½ uur per week aan het zoeken en verzamelen van informatie, ongeacht de informatietechnologie die wordt gebruikt. Op iedere vijf personeelsleden is er dus een die alleen bezig is met zoeken naar informatie! Het wijst op de grootste uitdaging van de ‘information age’: het toegankelijk houden van een steeds grotere hoeveelheid informatie.
Dat is ingewikkeld.
Vooral omdat toegankelijkheid moet worden gerealiseerd ongeacht vorm, plaats, taal, technologie, handicap of capaciteiten!
Vijf voorwaarden moeten worden ingevuld.

Lees verder “Toegankelijk”

‘Is Internet changing our brains ?’

In mijn vorige post besprak ik kort een boek van Nicholas Carr, te weten The Big Switch, dat enthousiasmerende, maar ook wat vreemde boek over de ontwikkeling van de licentiegerichte IT naar een dienstverlenende IT. Naar de aanbieding van diensten als ‘utilities’, die dankzij de ‘World Wide Computer’ op ‘kostenvriendelijke’ manier aan consumenten worden aangeboden. Een boek over ‘cloud computing’, dat door Carr echter niet als zodanig is bedoeld. In deze post wil ik wat verder ingaan op een ander provocatief, interessant en enthousiasmerend boek van Carr, namelijk The Shallows. What the Internet is doing to our Brains (New York, Londen 2010). Ofwel: worden we dom door het gebruik van Internet ? Veranderen onze hersens dusdanig dat ze oude, vertrouwde taken niet goed meer kunnen uitvoeren ?

Carr’s boek begint melodramatisch met de smeekbeden van de supercomputer HAL in 2001: A Space Odyssey. De machine wordt buiten werking gesteld en zijn draden losgetrokken. ‘My mind is going’, zo zegt HAL. ‘I can feel it’. Carr vindt dit een heel toepasselijke analogie: het menselijke brein lijkt op deze fictieve computer. ‘I can feel it too’, zo schrijft hij. ‘Over the last few years, I’ve had an uncomfortable sense that someone, or something, has been tinkering with my brain, remapping the neural circuitry, reprogramming the memory’ (blz. 5). Carr stelt dat we onszelf saboteren, door de onze mogelijkheden voor langdurige aandacht in te wisselen voor de dynamische oppervlakkigheid van het Internet. Zoals Carr voor het eerst waarnam in zijn zeer bediscussieerd artikel in The Atlantic, ‘Is Google Making Us Stupid ?‘, het participeren in de online wereld heeft het (in ieder geval voor hem) steeds moeilijker gemaakt om zich bezig te houden met moeilijke teksten en complexe ideeën. ‘Once I was a scuba diver in a sea of words’, zo schrijft hij in zijn zeer verzorgde, welsprekende stijl. ‘Now I zip along the surface like a guy on a Jet Ski’ (blz. 7). Carr beklaagt zich over zijn afnemende concentratievermogen, maar is eerlijk genoeg om het nut van het Internet te erkennen. Immers, het Internet voorziet ons van toegang tot een bijna oneindige hoeveelheid data. We worden beperkt tot een oneindige intellectuele oppervlakkigheid, zonder diepgang.

Lees verder “‘Is Internet changing our brains ?’”