De vinger op de zere plek…

Ik las de afgelopen week het boek Black Hearts. One Platoon’s descent into madness in Iraq’s Triangle of Death van Jim Frederick. Dit boek, dat deze maand uitkwam, legt enkele vingers op een belangrijke zere plek. Frederick wijst op de psychiatrische problemen van vele militairen, die betrokken zijn geweest in militaire acties. Frederick onderzoekt daarin een peleton, ingezet in Irak, en hij wijst daarbij vooral op ’the lack of accountability for the failure to properly handle a murderous, dysfunctional soldier’.

In een artikel in Time, van 22 februari 2010, gaat hij nogmaals nader in op de achterliggende problemen, die heel veel te maken hebben met het negeren van de verantwoordelijkheid, die het militaire gezag heeft, in ‘preventing a troubled soldier from becoming an unlawful killer’. Frederick citeert de Amerikaanse minister van Defensie Robert Gates, waarin deze het belang van ‘accountability’ benadrukt. ‘One of the core functions of leadership is assessing the performance and fitness of people honestly and openly. Failure to do so … may lead to damaging, if not devastating, consequences’. Juist dat, zegt Frederick, betekent een gigantische verandering in het leger.

Militaire inzet in Irak

Want hoewel een officier altijd verantwoordelijk is voor datgene wat zijn ondergeschikten doen, dat blijkt niet uit de handelwijzen van de legerleiding. ‘As matters stand now, a private who loses a rifle suffers far greater consequences than a general who loses a war’, zo citeert Frederick een Amerikaanse kolonel. Frederick gebruikt de oorlogsmisdaad van ‘zijn’ peleton in Irak om dat aan de kaak te stellen.

In maart 2006 begingen 4 soldaten uit die eenheid een van de ergste oorlogsmisdaden uit Irak: de verkrachting van een 14 jarig meisje en de moord op haar, haar ouders en een zesjarig zusje. Wat Frederick benadrukt is dat die misdaad niet zonder waarschuwingen kwam en dat de leiding ‘was either unable or unwilling to recognize just how impaired 1st platoon was and how serious and imminent a threath to Iraqi civilians (they) had become’. Bij hoge uitzondering had de voornaamste van deze vier soldaten (Steven Green) verschillende sessies gehad met hoge militairen en met een psychiatrische verpleegster om te bepalen of hij psychisch geschikt was voor zijn taken, maar hij was altijd weer onmiddellijk in de dienstroosters opgenomen. De militaire leiding wist dat zijn ‘interests’ niet anders waren dan ‘killing Iraqis’. Na de misdaad werd er slechts een routine-onderzoek ingesteld, dat in vijf dagen werd afgerond. Er waren geen disciplinaire maatregelen in de leiding van Green’s peleton boven de rang van kapitein. En dat de verwijdering van de luitenant en de kapitein van het peleton plaatsvond, had meer te maken met de ontvoering en moord op drie soldaten van de eenheid dan met Green’s escapades.

Het boek van Frederick geeft een ontstellend beeld van psychiatrisch falen in de begeleiding van militairen; het geeft eveneens een gruwelijk gebrek weer in het preventief handelen van de militaire leiding, het afleggen van verantwoording daarover en de bestraffing daarvan. ‘Accountability’ met de mond is slechts het begin; daadwerkelijke maatregelen is veel en veel moeilijker. Maar wel heel noodzakelijk.

Het boek is zeer lezenswaardig, een confrontatie met gruwelijke oorlogsmisdaden en het weglopen van directe verantwoordelijkheden. Een aanrader dus om stil van te worden….

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.